“Mijn netwerk was helemaal weggevallen. Ik voelde mij verdrietig en het ging slecht”
Het gevoel om zoveel verloren tijd met familie in te halen overheerst nog steeds. En dan ben je pas 19 jaar. Een sociaal isolement beheerste Melanie’s tienerjaren volledig. “Op mijn dertiende werd ik uit huis geplaatst. Omdat er geen open plek voor mij beschikbaar was, werd ik naar een gesloten jeugdzorginstelling gestuurd”, vertelt Melanie. Een geografische nachtmerrie volgde: vanuit het Limburgse Stein zat Melanie opeens aan de andere kant van het land.
In een bubbel, helemaal alleen
Tegen wil en dank in leerde ze daar wat een sociaal isolement is. “Het voelde als een straf, een gevangenis. Alsof ik in een bubbel zat waarin ik er helemaal alleen voor stond.” Het is helaas een bekend fenomeen. Door de huidige inrichting van de jeugdzorg worden kinderen weggedreven uit hun eigen buurt en netwerk. De banden met het bekende worden bruut doorgeknipt. Melanie miste haar ouders en tweelingzus enorm. “Ik wilde wel contact hebben, maar het werd voor mij geminimaliseerd.”
Netwerk valt volledig weg
Twee keer per maand was het uiterste, maar ook dat lukte vaak nog niet eens. “Dat kwam ook door de afstand en mijn ouders hadden het niet breed op dat moment”, blikt ze terug. Door opgelegde interne beperkende maatregelen werd het bovendien allemaal nog minder. Melanie: “Het kwam erop neer dat mijn netwerk, dat ik nog thuis had, op mijn ouders na helemaal was weggevallen. Daardoor voelde ik me echt heel verdrietig en ging het nog slechter. Ik had minder zin in het leven.” Op een spaarzaam moment dat ze eindelijk met de trein konden komen, hadden haar ouders vertraging. “Maar ze mochten niet iets langer blijven. Echt heel onmenselijk.”
Contact verdienen
Het verlies van contact met familie en vrienden – van wie ze juist liefde en aandacht kon gebruiken - was mentaal een klap in haar gezicht. Binnen de muren van de instelling zonderde Melanie zich daardoor ook steeds meer af. “Gezelschapsspellen? In dat soort dingen had ik helemaal geen zin meer.” Na meer dan een jaar werd haar belbeleid iets versoepeld. Althans, het contact met buiten moest verdiend worden door goed gedrag en uitgevoerde taken.
Verdriet en gemis werden groter
Het resultaat was vijf minuten extra bellen, en altijd met iemand die onder toezicht meeluisterde. “Ik ging er eigenlijk niet eens voor, want ik wist dat ik mij daarna nog rotter zou voelen. Het verdriet en gemis werden dan alleen maar groter. Laat maar, dacht ik.” Melanie was woest. “Ze hebben een heel belangrijk deel van mijn leven afgepakt.”
Niet voor, maar met mij
Dat had anders gekund, vindt ze nu. “Bepaal het traject niet voor mij, maar met mij. Dan had ik meer inspraak gehad op het niet zo ver weg wonen bij mijn ouders en was het een stuk beter gegaan.” Terug in Stein is ze nu best trots. Op eigen kracht is ze ‘er weer redelijk bovenop gekomen’. Overdag is Melanie ouderenverzorgster en ’s avonds - na jaren van sociaal isolement – kan zij haar onnodig verloren eenzame tijd met haar zus en ouders eindelijk weer inhalen.