Het Vergeten Kind Ik was vroeger een vergeten kind “Het gevoel dat ik niks waard ben, is er nog steeds”

“Het gevoel dat ik niks waard ben, is er nog steeds”

Al op haar derde komt Sanne (45) in jeugdzorg terecht. Haar ouders hebben allebei psychische problemen waardoor opvoeden van een kind niet gaat. Tot haar 18de wordt ze zeker 17 keer doorgeplaatst en niet altijd naar fijne en veilige plekken. Soms gaat ze  terug naar haar vader om het thuis weer te proberen maar vaak is dat van korte duur en komt ze als klein meisje weer in een andere situatie terecht. “Mijn eerste herinnering is toen ik 4 was. Mijn vader bracht me met een vreemde vrouw naar een pleeggezin. Ik dacht dat hij daar gezellig even ging koffiedrinken. Totdat hij vertrok en ik moest blijven.”

Het is voor Sanne het begin van 15 jaar doorplaatsingen. “Ik ging van pleeggezin naar kindertehuis, van crisisopvang weer naar een pleeggezin. Nooit, in al die jaren werd ik nooit voorbereid op een doorplaatsing. Het was altijd onverwachts. Dan zat ik ’s ochtends een broodje te eten, klaar om naar school te gaan en dan kwam er weer een voogd die me meenam naar een andere plek.” 

Ook al is ze nog jong, Sanne voelt als kind al snel aan dat er iets niet klopt. “Mijn vriendjes op school hadden allemaal wel een thuis en ouders bij wie ze altijd waren. Ik voelde me in de steek gelaten door mijn ouders en familie.” 

s Avonds in mijn bed kwam het verdriet eruit. Ik huilde veel alleen.”

Tot haar pubertijd is Sanne een timide meisje. “Ik wilde vooral lief gevonden worden door mensen om me heen. Ik deed alles om mijn pleegouders te pleasen. Dat ik van binnen heel veel verdriet had, liet ik aan hen niet zien. Ik stopte het weg maar ’s avonds in mijn bed kwam het verdriet eruit. Ik huilde veel alleen. Ook als mijn vader op bezoek was geweest huilde ik veel.” Op sommige plekken waar Sanne woonde was het best oke, er was aandacht en ze kon kind zijn maar op de meeste plekken voelde het nooit als een thuis. “Altijd was er het gevoel dat ik weer weg moest en in de steek gelaten werd. Dus onbewust hechtte ik me nooit te veel aan een plek en aan mensen.”

Wat Sanne nog steeds boos maakt is dat er nooit aandacht voor haar was vanuit jeugdzorg. “Gezinsvoogden keken niet naar mij, praatten niet met mij maar alleen maar over mij. Als kind mij niks uitgelegd en er werd niet naar mij geluisterd.”

Als ze 13 is zit Sanne in een pleeggezin waar het niet goed gaat. “Ik mocht in die tijd af en toe een weekend naar mijn vader of moeder. Als ik dan weer terugkwam, was ik vaak verdrietig. Mijn pleegouders en de gezinsvoogd hebben toen besloten dat het beter voor mij zou zijn als ik minder naar mijn vader zou gaan.” Zonder verdere uitleg mag Sanne haar vader minder te zien. “Ik maakte er mijn eigen verhaal van want niemand legde mij uit waarom. Ik ging geloven dat ik gestraft werd omdat ik verdrietig was maar ook dat mijn ouders mij minder wilden zien.”

“Toen ik weggelopen was bij dit gezin kwam ik bij mijn vader en sloeg ik om naar een onhandelbare puber. Ik wilde niet meer naar school en zocht alle gevaren op waardoor ik in gesloten jeugdzorg bellande. Deze plek heeft me volhard en had geen positieve invloed.”

Als Sanne 18 wordt is er van de ene op de andere dag geen jeugdzorg meer. Ze is volwassen. “En dus moet je het zelf maar uitzoeken. In eerste instantie was ik blij dat ik bevrijd was uit het regime van de jeugdzorg maar er was nog geen besef wat dit met me zou gaan doen. Met alle trauma’s uit mijn jeugd moest ik zelf een manier vinden om mijn leven op te pakken. Dat was een lange zoektocht. Er is van alles maar vind als jongvolwassene maar een hulptraject dat aansluit bij jouw behoeften.” 

Nu, jaren later, is Sanne inmiddels 15 jaar samen. “Ik heb een soulmate gevonden die me door dik en dun steunt, ook met mijn tekortkomingen. Ik kan leven met mijn verleden maar het heeft blijvende impact op mijn dagelijkse leven. Ik heb PTSS opgelopen en nog steeds heb ik dagen dat ik depressief ben, dat ik ’s nachts nachtmerries heb. Ik heb mensen om me heen die echt van me houden maar het gevoel dat ik niks waard ben, blijft voor altijd bij me. Je leert ermee omgaan.”

Sanne werkt al 15 jaar als begeleider in de GGZ en daarnaast als ervaringsdeskundige in de jeugdzorg, iets wat haar voldoening geeft. “Ik kan naast de jongeren staan naar ze luisteren en hoop ze het gevoel te geven dat ze er echt toe doen, net als ieder ander. Ik wil die persoon zijn voor ze die ik nooit heb gehad. ” Maar Sanne wordt ook heel boos als ze de verhalen van jongeren hoort. “Zij maken exact hetzelfde mee als ik. Er is in al die jaren helemaal niks veranderd voor kinderen in jeugdzorg. Het draait nog steeds niet om hen, er is nog steeds geen echte aandacht voor ze en de jongeren voelen zich ook nu nog minderwaardig en niet gezien.”

Samen zorgen we dat geen kind dit meer hoeft te doorstaan.

Met jouw steun help je voorkomen dat kwetsbare kinderen keer op keer het slachtoffer worden. Je draagt bij aan de strijd voor betere jeugdzorg. En je zorgt dat we kinderen kunnen overladen met liefde en aandacht, tijdens onvergetelijke uitjes.

Scroll naar boven