Het Vergeten Kind Hartlopers “We kunnen deze jongeren niet nóg een faalervaring geven”

“We kunnen deze jongeren niet nóg een faalervaring geven”

“Hoe kunnen we de omgeving van het kind zo vormgeven dat deze aansluit bij de behoeften van ieder kind?” Het is een vraag die volgens Robert Jan Tinge, gedragswetenschapper bij jeugdhulpaanbieder Elker, voortdurend centraal zou moeten staan. Al bijna drie jaar zet hij zich in om kinderen een plek te bieden waar zij zich gezien en thuis voelen, juist wanneer het leven voor hen ingewikkeld is geworden.

Een aantal jaar geleden ging Elker de uitdaging aan om over te stappen naar kleinschalige woonvormen en een nieuwe aanpak: de ontwikkeling van het kind staat centraal, met als uitgangspunt zo thuis mogelijk. Robert Jan: “De jongeren die bij ons wonen, zijn tussen de 13 en 21 jaar. Er wonen vijf jongeren op een woonplek. Zo kunnen de begeleiders écht individuele aandacht geven en inspelen op wat iedere jongere nodig heeft.”

Spagaat

Dat is niet altijd eenvoudig. Er blijft een voortdurende spagaat tussen het systeem en de werkelijkheid van het kind. Waar het systeem vaak in hokjes denkt en zich richt op regels en financiering, vraagt het kind juist om maatwerk, tijd en menselijkheid. “Bij Elker is de kleinschalige woonvoorziening vaak de laatste halte voor jongeren met een complex verleden, die hun vertrouwen in het systeem zijn kwijtgeraakt,” vertelt Robert Jan. “Het kost meestal een jaar voordat een jongere zich enigszins veilig voelt en begint te hechten. Dat vertrouwen is in het begin nog broos, maar juist daar ligt de kern van ons werk.”

In zijn rol voert Robert Jan regelmatig gesprekken met casemanagers. “Zij zien dat het goed gaat met het kind en dan zegt het systeem: we kunnen de zorg afbouwen. Maar ik vraag dan: waarom gaat het eigenlijk beter met dit kind?” Volgens hem is dat het moment om terug te gaan naar de behoefte van het kind zelf. “We moeten niet werken vanuit trajecten die aflopen, maar vanuit wat het kind op dat moment nodig heeft. Deze jongeren hebben vaak al te veel teleurstellingen meegemaakt. We kunnen ze geen nieuwe faalervaringen geven.”

Financiering

Het systeem en de financiering van zijn vaak ingericht op afgebakende trajecten, terwijl de ontwikkeling van een jongere zelden zo voorspelbaar verloopt. “We handelen altijd vanuit wat het kind nodig heeft,” vertelt Robert Jan. “Dat doen we door samen met gemeenten te zoeken naar maatwerkoplossingen en vroegtijdig met ketenpartners te overleggen over vervolgstappen.” Volgens hem betaalt die aanpak zich op de lange termijn terug: als je nú doet wat nodig is, bespaart dat later juist geld. Toch loopt hij aan tegen het gebrek aan een overkoepelende visie en samenwerking tussen gemeenten en aanbieders.

Daarnaast pleit Robert Jan voor meer ruimte voor het professionele oordeel van hulpverleners. “Wij kunnen goed onderbouwen waarom een jongere soms langer of andere ondersteuning nodig heeft, ook als dat niet binnen de standaard kaders past.” Hij vindt het vreemd dat gemeenten vaak bepalen wat een kind nodig heeft, vooral vanuit kostenoverwegingen. “Hulpverleners hebben de expertise. We moeten elkaar vasthouden, in plaats van elkaar steeds te willen overtuigen.”

Normaal gedrag

De visie op kleinschalig wonen is de afgelopen jaren stevig verankerd binnen Elker, met succes. “Het mooiste vind ik dat jongeren weer normaal puberaal gedrag vertonen. Dat ze stiekem ’s avonds de deur uitgaan om shoarma te halen, of samen laat opblijven. Of een meisje dat eerst geen vertrouwen had in zichzelf en anderen en nu trots vertelt over haar nieuwe bijbaan.” Dat laat volgens Robert Jan zien wat een aandachtsvolle en kleinschalige omgeving kan betekenen. “Het geeft ons als professionals elke dag de motivatie om door te gaan en te bouwen aan een plek die zo thuis mogelijk voelt.”

Recent publiceerden Het Vergeten Kind en Stichting Beroepseer een onderzoek naar de blokkades die aandachtsvolle residentiële jeugdzorg in de weg zitten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om financiering die focust op kostenbeheersing in plaats van kwaliteit, gebrek aan visie en samenwerking tussen gemeenten en aanbieders en te weinig reflectie binnen teams. In de vijfdelige serie Hartlopers laten we zien hoe woonvoorzieningen aandachtsvolle kleinschalige jeugdzorg in de praktijk vormgeven, welke blokkades zij herkennen en hoe ze daarmee omgaan.

Scroll naar boven