
“Kinderen gaan bij ons naar huis, niet naar een woongroep”
Twintig jaar geleden richtte Alex de Bokx Dushi Huis op, omdat pleegkinderen vaak geen écht thuis hadden. Nu staat Mustafa Kurt als één van de twee directeuren aan het roer en zorgt hij ervoor dat elk kind in de zes huizen de aandacht en veiligheid krijgt die het verdient. “Kinderen gaan bij ons naar huis, niet naar een woongroep.”
“Kinderen kiezen er niet voor om bij ons te wonen,” legt Mustafa uit. “Ze komen bij ons vanwege een moeilijke of onhoudbare thuissituatie. Het is onze taak hen een aandachtsvol thuis te geven.” Alles wat de Dushi Volwassenen voor de kinderen doen, van dagelijkse rituelen tot bijzondere momenten, draait om één ding: kinderen een thuis geven waar ze zich gezien, gehoord en geliefd voelen.
Kinderen komen bij ons vanwege een moeilijke of onhoudbare thuissituatie. Het is onze taak hen een aandachtsvol thuis te geven.”
Mustafa Kurt vertelt: “Ook de tastbare dingen doen we met aandacht. Twee keer per jaar krijgt ieder kind een fotoboekje, zodat de mooie momenten worden vastgelegd in een vaak moeilijke tijd. En verjaardagen? Die vieren we groots. We maken de kinderen wakker met zingen, zetten een versierde stoel klaar, geven cadeaus en taart en nodigen familie uit.”
Het Dushi DNA
Mustafa Kurt omschrijft de aandachtsvolle aanpak van Dushi Huis als het ‘Dushi DNA’. “Het betekent er onvoorwaardelijk zijn voor de kinderen. Als Dushi Volwassene werk je niet met kinderen, je leeft met ze mee en bent onderdeel van hun leven.” Natuurlijk is dat niet altijd makkelijk en lopen de emoties soms hoog op. “Als een kind boos wordt of iemand uitscheldt, heeft het vaak een onvervulde behoefte. Onze uitdaging is om door het gedrag heen te kijken naar wat het kind werkelijk nodig heeft. Dat is een essentieel onderdeel van ons Dushi DNA.”
Het Dushi DNA wordt uiterst serieus genomen, ook bij het aannemen van nieuwe Dushi Volwassenen. Iedereen doorloopt eerst een uitgebreid sollicitatieproces en een inwerktraject van twaalf maanden. “De eerste vier maanden zijn Dushi Volwassenen boventallig ingeroosterd en draaien ze geen slaapdiensten. Het naar bed brengen is voor de kinderen naast een vast ritueel namelijk ook iets dat je samen doet met iemand die je vertrouwt.”
Het personeelsverloop hier is laag. Iedereen, van directeur tot stagiaire, staat op de vloer dichtbij de kinderen. En we dragen het soms moeilijke werk samen.”
Community
Het woord ‘community’ valt vaak in gesprek met Mustafa: “Wij willen een blijvende relatie met de kinderen opbouwen en waardevolle herinneringen maken.” Zo is er jaarlijks een zomerfeest voor alle kinderen, ook voor hen die ooit bij Dushi Huis woonden. Want als kinderen 18 worden, laat Dushi Huis ze niet zomaar los. “Soms blijven ze langer bij ons wonen, zelfs zonder dat er financiering tegenover staat. We moeten vaak hard knokken om gemeenten daarvan te overtuigen.”
Het communitygevoel geldt ook voor de Dushi Volwassenen. “Het personeelsverloop – wat vaak een blokkade vormt – hier is laag,” zegt Mustafa. Iedereen, van directeur tot stagiaire, staat op de vloer dichtbij de kinderen en heeft tegelijkertijd een aandachtsgebied zoals contact met ouders of school. En of je nu MBO- of HBO-opgeleid bent, er wordt geen onderscheid gemaakt; iedereen krijgt gelijke doorgroeimogelijkheden. “Zo dragen we het communitygevoel en het soms lastige werk samen,” aldus Mustafa.
Recent publiceerden Het Vergeten Kind en Stichting Beroepseer een onderzoek naar de blokkades die aandachtsvolle residentiële jeugdzorg in de weg zitten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om financiering die focust op kostenbeheersing in plaats van kwaliteit, gebrek aan visie en samenwerking tussen gemeenten en aanbieders en te weinig reflectie binnen teams. In de vijfdelige serie Hartlopers laten we zien hoe woonvoorzieningen aandachtsvolle kleinschalige jeugdzorg in de praktijk vormgeven, welke blokkades zij herkennen en hoe ze daarmee omgaan.



